vrijdag 6 september 2019

Onze dappere piotten zitten al over Roeselare

De bevrijding van Roeselare
Er is hier en daar wat te doen omtrent de herdenking van de bevrijding van Roeselare op 14 oktober 1918.In enkele van zijn brieven lezen wij over deze streek.

Op 29 september schreef hij:
 “ Beminde zuster, op  Duitsch papier kom ik enige regelen te schrijven om de staat mijner gezondheid kenbaar te maken. Ik ben 8 dagen maar redelijk geweest, veel in het gevaar. Maar nu is het gebeterd. We zitten wederom in de slag en onze dappere piotten al over Roeselare zitten en de Engelse in Meenen. Ze gaan altijd vooruit want wij hebben al boven de 200 gevangen genomen”

Op 12 oktober schrijft hij: “ Wij hebben altijd veel werk met den offensief en wij moeten weer gaan beginnen. ’t Is toch wreed, den oorlog is bijna gedaan en de Belgen mogen nu geen “ repos”  hebben. Gij vraagt hoe het gesteld is waar wij vooruit gegaan zijn.                                                                      Wel ik heb tot tegen Moorslede geweest met iemand van daar en noch ik noch hem wisten waar wij waren. Er stond daar niets meer recht, verre van daar, er was zelfs geen brieke meer te vinden. Verder zagen wij Dadizele die nog niet veel geschonden was. Ze schieten er nu hele dagen er op en is ook al geheel plat. Als den oorlog gedaan is zal geen huis meer van geheel Belgie nog geheel zijn.

’s Anderen daags schrijft hij:  “ Ik kom den brief te ontvangen met 10 frank er in waarvan ik zeer contant ben want ik heb er nog wat nodig. We zullen hier van honger creveren moesten wij geen geld hebben om iets te kopen.                                                                                                                            Nu, morgen moeten wij wederom vooruit, ’t is tot Gent dat we nu moeten gaan en dan is het de Franschman die voort gaat. Nu, den oorlog zal geen jaar meer duren, dat is zeker.