zaterdag 9 juli 2016

Achiel als Kristen

ZIJN PASEN HOUDEN...
Op 12 april 1916  schrijft hij aan zijn zus:   "....Gij vraagt ook als ik mijnen Paaschen gehouden heb. Ik heb hem gehouden dinsdag gepasseert .      

       



Honfleur eglise 001.jpg
Honfleur 14 juillet 1917
Beminde zuster,
Ik heb met veel plijsier uwen brief ontvangen waarop ik gezien heb dat gijder noch altijd in volle gezondheid zijt. Gij zijt beter of ik. Wij zijn allen de pokken gezet en liggen allen bijna in bedde. U ziet de kerke waar wij naar de mis gaan. De complimenten aan allen. Uw broeder Achille.
           

Wij strijden voor God, voor u en het vaderland



28/12/1917  Speciale Nieuwjaarsbrief.  Honfleur le 28/12/1917
“ Ik kom u een geluk en zalig nieuwjaar wensen. De goede gezondheid binst geheel het jaar van  18. En ook de vrede want het duurt nu al lang genoeg dezen oorlog. Maar als wij het gelijjk zullen mogen hebben van die duitsch een weinig te doen springen met onze kleine cannonsches dan zal het wel gaan ,maar wij ook zullen misschien moeten springen voor hen.  Maar nu tot daar ,wij strijden voor God ,voor u en voor het vaderland. Wij moeten strijden tot der dood en wij zullen.   
Nu ik weet niet meer, tot later Alice, wensch ook een zalig nieuwjaar aan Margritte en de twee kleine. Ik had het vergeten. Aanvaard mijne beste groeten van uw toegenegen broeder Achille.”

vrijdag 8 juli 2016

Acxhiel en zijn 4 jaar lang gemiste zus Martha

ZIJN ZUS MARTHA  ° 20/10/1889

Hoewel zij de oudste zus was correspondeerde hij niet regelmatig met haar. Zijn zus Martha was ergens dienstmeid, wellicht in Tourcoing.. Tijdens de oorlog is zij waarschijnlijk met wie zij in dienst was op de vlucht geweest en vertoefde een hele tijd in Duitsland. Meer dan vier jaar was zij niet bij de familie..
Zij schreef o.m. : “Beminde ouders
ik heb eenen brief gehad van Achille. Hij is nog alom in volle gezondheid en heeft al zijn geld gehad. Nu tot later, het zal niet lang meer duren, ik ga vandaag naar Lucie gaan zeggen dat ik niet weg en ben want ik heb van deze weke goeden avondt gaan zeggen en ik peize wel dat zij peist dat ik al in paris ben in oto. De groote complimenten van ons allen, tot later, in afwachting groet ik uw allen hartelijk.”                                                         
Uw toegenegen dochter Martha. “
Op 23 juni 1918 schrijft Achiel   "..... ze zeggen dat wij geen nieuws kunnen krijgen van Martha maar dat zijn praats van ik weet goed dat  ik  moeste juiste weten waar Martha is ,dat het   geen   maand zouw duren, goe weten maar wie weet waar zij is ,niet waar , en alzoo kunnen wij niet schrijven.
MARTHA NA 4 JAAR   VERVET EN VERSNELD...
In november 1918, toen hij in België aan het front lag, bracht Achiel een bezoek aan de nonkels die toen in Lauwe verbleven. Hij ontmoette daar ook , na 4 jaar gemis, zijn zus Martha. Zijn schrijven op 2 november 1918 over dit weerzien is  een ontroerende brief.
"  Front 2/11/18  
“ Ik kom u het goede nieuwsvertellen. Ik heb Martha gaan bezoeken  en goed gevonden.   Ik ben eerst naar nonkel Emile geweest en van daar  heb ik naar nonkel August geweest  die ook in Lauwe woont seder een jaar en dan heb Slinna met een van  nonkel Emiels achter Martha geweest. Het was bijna donker als zij vertrokken zijn en ze zijn 's anderen daags smorgens met Marha afgekomen. Toen ik oorde dat ze inkwamen voelde ik bijna geen grond meer. Ge kunt peinzen meer dan 4 jaar elkander niet meer gezien hebben en ik herkende bijna haar niet meer. Zij is zoo verandert en vervet. Zij is wel versnelt en des avond hebbwij goed gelachen, ik en Jul van nonkel August hebben geheel den avond gezongen dat dunderde. Gij had daar ook moeten  zijn om zoo schoone te lachen,
martha zei het ook. Ik heb daar 2 dagen geweest en het heeft mij niet verveelt. Gij mag het geloven ik had gisteren avond als ik thuis kwam niet veel tijd meer om te schrijven.
 Ik heb geschreven naar huis en het portret van Martha en van nonkel August nahuis gezonden. Gij zal het meschien ook al gezien hebben.
ik heb ook het portret van nonkel Emiels ge vraagt of en zij hebben  het niet willen geven. Gij mag geloven dat zij niet schoon gedaan hebben met nonkel August en met Martha binst den oorlog. Ik was daar ook niet wel k' was veel beter bij nonkel August.   
  Nu ik en Martha hebben ons te gare doen trekken in Lauwe en als  ze gedaan zijn zal ik dan een opzenden. Nu alice, gij mag geloven dat Martha en al, dat ze veel afgezien hebben 4 jasr lang bij de duitsch.                                                                                           Het was toch zoo content van mij te zien, dat arme schaap. Maar ik was ook content .                                                                                                                                                   Nu als de conge zullen open gaan zal ik u schrijven achter geld want ik zal komen met Martha en zij hebt geen belgsch noch fransch geld, t'is al duitsch en om haren trein te betalen zal ze moeten fransch geld hebben en ik zal Martha alleszins mede hebben als ik kom. Martha hebt ook ne brief geschreven. Ik heb hem in onze boite gestoken omdat gij hem sebit zouw hebben.”




zaterdag 2 juli 2016

Groetjes aan de zuster in het hospitaal en kerstwensen 1917



kerstkaart.jpeg
Honfleur 25.12.1917
Beminde zuster,
Ik kom u een zalig hoogdag wenschen. Het is wel een weinig laat maar ik lig seder 3 dagen in bed met de zeere keel en de kurs gelijk een paard. Vandaag is gebeter en daarom zend ik u een kaart. Wenscht een hoogdag aan geheel de famille van u toegenegen broeder Achille.

boten honfleur.jpeg
Honfleur le 11/12/1917
Beminde zuster,
Ik neem de pen in mijn hand om u te antwoorden op de kaart die ik vandaag ontvangen heb waarop ik de goede gezondheid van u allen zie en met mij is het ook allerbest. Doet de complimenten aan geheel de famille ook in het hospitaal aan de  zusters en andere vrienden en kennissen. Aanvaard mijn beste groeten van uw toegenegen broeder Achille.

POSTKAARTEN VAN UIT BORDEAUX EN HONFLEUR

Postkaarten

Postkaart.
Honfleur 5 juillet 1917college Honfleur 001.jpg
Lieve ouders,
Ik neem het potlood in mijn hand om u eenige regelen te schrijven en de staat mijner gezondheid ken baar te maken. Ander nieuws weet ik noch niet Ik vind ook den tijd lang zonder nieuws. Aanvaard de beste groeten van uwen toegenegen zoon Achill.
Honfleur Place obelisque 001.jpg
Honfleur le 7 juillet 1917
Beminde zuster,
Ik neem het potlood in mij hand om u eenige regelen te schrijven en de staat mijner gezondheid kenbaar te maken en verhoop van u hetzelfde. Alix, ik wacht nog altijd achter nieuws. Aanvaard de beste groeten van uwen broeder Achille.

Kopie van Un baiser.jpeg

Bordeaux le 12 janvier 1917
Ik heb met veel plijsier u kaartje ontvangen waarop ik gezien heb dat gijder nog allen in volle gezondheid zijn en met mij is het van hetzelfde. Ik heb lang gewacht van u te antwoorden want wij werken meer en meer maar ook zal ik op het laatste van de maand maar komen met honderd frank. Nu vele complimenten aan geheel het huisgezin. Uw toegenegen broeder Achille.

ZIJN VERBLIJFPLAATSEN

ZIJN VERBLIJFPLAATSEN
Achtereenvolgens verbleef hij in Bordeaux, Honfleur, St, Quentin, Calais,   aan het front op geheime plaats , Gent en Antwerpen.

Kaart Honfleur Calais.jpeg

BORDEAUX
In 1917 verbleven meer dan 20 gezinnen uit Geluwe in Normandië. Er woonden er in het noordelijk deel, in het westen, in Bretagne tot in de Midi toe, ver weg van het oorlogsgeweld.

Achiel was bakkersgast en vluchtte mee met zijn zus en ouders naar Frankrijk waar hij in Bordeaux  in een bakkerij werkte tot hij in Juli  1917 opgeroepen is  in het leger. Zijne eerste brief uit Bordeaux dateert van 17  oktober 1916 om te laten weten dat hij in de bakkerij toegekomen is op het adres cjhez Madam Segin, rue Achard N° 207 - Bordeaux
Op 22 december 1916 schrijft hij: aan zijn ouders "..Ik kom u ter laten weten dat ik verander ben van slaapplaats om nader van mijn werk te zijn Chez Mme Chabrij, 43 Rue Lafaytrie de montbadon- Bordeaux.

HONFLEUR     
In juli 1917 werd hij ingelijfd in het leger en verbleef tot tot januari 1918 in Honfleur , waarschijnlijk in het opleidingskamp voor miliciens. Hij stuurde eens een postkaart met de ketk waar hij naar de mis ging.


GELUWNAREN EN KENNISSEN IN DE STREEK.

ZIJN CONTACTEN MET VRIENDEN EN STREEKGENOTEN

Naast zijn verbondenheid met zijn familie was hij eveneens zeer geïnteresseerd in zijn streekgenoten. In  heel wat brieven zoekt hij te corresponderen met  vrienden en kennissen.
IS ER NIEUWS VAN VRIENDEN   ?
2/10/17  " ik heb een brief gehad van Richard Durnez vandaag en hij doet vele complimenten doen aan geheel het huisgezin en hij zegt dat hij al dikwijls naar u  geschreven hebt en dat hij geen antwoord heeft. Hij heeft ook gezegd dat hij in conge ging komen en dat hij hier bij zijn schoonzuster ging komen en wij zullen daar een dag of twee te gaar uitgaan."
17/10/17   "....gij vraagt als ik Theodule niet gesproken heb van Lameeres. Neen nu ik heb vandaag een brief gekregen van Daniel zijn broer. Hij is al een jaar op het frond. Hij heeft het  adres gehad van Cerille Capon."
Honfleur 6/7/1917: “.... Ik moet zeggen dat ik gisteren Valeer Smyter gezien heb en hij heeft gezeid dat Marcel getrouwd was.”.

Honfleur 12/7/17  “ Gij hebt gevraagd als er hier waren die ik kende. Er is hier een van Emiel Vosen van Becelaere, een Jules Vosens van Gheluwe ,ook een van Castelyns van Becelaere”.  
 RICHARD DEN KAROTIER    
Quentin 15/1/18    ".....nu Alice wat ik daar nu zie dat Richard  daar in conge zal gaan ,ja dat zouw mij niet verwonderen dat ware om zijn karot te trekken ".
St Quentin 26/1/18   "...    ik heb goed uw kaart ontvangen van den 23e met den brief van Alfred  en het adres van Sylver Durnez. Ja het is hier regen. Vandaag nog als ik zal geeten hebben ik zal direkt gaan.  ' k zal ook ne keer schrijven naar Alfred."
BEZOEK AAN Omer Demyttenaere, Camiel Scheerlynck en Sylver Durnez
St  Quentin 29/1/18  "   ik heb zondag tot Sylver Durnez geweest en hij was niet thuis, hij was gaan werken "
"  Gij kunt nooit raden bij wie ik geweest heb ; bij Omer Demyttenaere.  Hij is hier ook in Calais en er is hier nog een van den Terhand , Maurice Vandenabeele die gij zeker wel kent en den knecht van den hast van Becelaere. Ik heb ook bij Camiel Scheerling geweest als ik nog in St. Quentin was".



GGELUWNAREN EN VRIENDEN UIT DE STREEK AAN HET FRONT.
Soldaat Achiel Vandamme was aan het front zeer geïnteresseerd in zijn streekgenoten. In  heel wat brieven zoekt hij te corresponderen met  vrienden en kennissen die in de streek verblijven en gaat hij hen bezoeken tijdens zijn “repos aan het front”.Soms zijn het wellicht niet alleen miliciens maar ook vluchtelingen  in de streek.
   Zo: Emiel Vossens van Becelaere, Valeer Smyter, Jules Vossens van Gheluwe en een van Casteleyns van Beselaere, Richard Durnez, Sylveer Durnez, Omer Demyttenaere, Caùiel Scheerlynck
OOp 6 juli 1917 laat hij weten dat hij Valeer Smyter gezien heeft die zei dat Marcel getrouwd was.
OOp een vraag van zijn zus of er daar nog in de streek waren die hij kende antwoordt hij op 12 juli van uit Honfleur: “ Er is er hier een van Emiel Vossens van Becelaere, Jules Vossens van Gheluwe en een van Casteleyns van Beselaere”.
Honfleur 16/8/17  “ Nu Alice,, ik heb goed nieuws. Ik heb twee dagen congé gehad ‘s morgens tot ‘s avonds met Richard Durnez. Hij had het gevraagd aan mijn commandant. Gij mag geloven dat wij twee dagen op ons gemak gepasseerd hebben en veel plijsier gemaakt met zijn vrouw en zijn schoonzuster.
Op 2 oktober 1917 schrijft hij dat hij een brief kreeg van Richard Durnez die vele complimenten doet aan heel het gezin            Vandamme, dat hij dikwijls geschreven heeft maar geen antwoord kreeg. Hij zou er in “congé” komen bij zijn schoonzuster en dan zoude ze een of twee dagen “uitgaan”.
Van uit Quentin 15/1/18  schrijft hij  ".....nu Alice wat ik daar nu zie dat Richard  (?) daar in congé zal gaan ,ja dat zouw mij niet verwonderen dat ware om zijn karot te trekken ".
St Quentin 26/1/18   "...    ik heb goed uw kaart ontvangen van den 23e met den brief van Alfred (?)  en het adres van Sylver Durnez. Ja het is hier regen. Vandaag nog als ik zal geeten hebben ik zal direkt gaan.  ' k zal ook ne keer schrijven naar Alfred."                                                                                                                                                       Een paar dagen later is hij op bezoek bij Sylveer Durnez die niet thuis was en  bij Omer  Demyttenaere en Camiel Scheerlynck
Cyriel Capon.
Op 10 oktober schrijft hij dat hij een brief gekregen heeft van Daniel Lameere, de broer van Theodule. Hij was al een jaar aan het front en had het adres gekregen van Cyriel Capon.
Met hem heeft hij heel wat contacten. Op 12 februari 1918 schrijft hij: “ Ik ben hier gisterenavond toegekomen op het frond en ik was er maar een ure als Capon me kwam bezoeken. Hij is hier maar een alf ure van mij. Hij was zoo contant om mij te zien en ik ook. Wij hebben van 5 tot 8 uren samen geweest en vertelt. Maar hij is toch zoo verandert, hij is vet gelijke een otter. Nu, we zullen t’avond tegaar uitgaan.Wij zullen wederom bij malkander zijn maar ik weet nog niet juist als ik t’avond zal kunnen uitgaan want ik zal meschien naar de “tranchee” gaan. Maar als ik niet moet gaan zal ik er bij zijn.”
Frond  9/5/18  "  ik ben reeds seder 5 dagen in den tranchee en voor nu heb ik nog geen tijd gehad om te schrijven . Nu ik had vandaag niet te doen en ik heb naar Capon geweest maar zij zijn weg in groot repos, meschien voor een maand of meer en wij zullen zeker ook allicht in repos gaan maar ik weet noch niet wanneer en daarmee heb ik Capon niet gezien. 'K zal ook ne keer naar hem schrijven en ne keer de complimenten doen."
Verder schrijft hij: “ Ik zie dat mijn geld niet zeere komt en heb al 5frank gekregen van Capon om tabac te kopen voor vader”.
Daniel  Larnout, Jules van Kot van de Molenhoek, Sylveer van den ast van Becelaere, Goemaere
“ Ik ben nu alle avond bij Capon. k’heb gister avond bij Daniel Larnout geweest. Hij is ook veel veranderd. ‘k Heb ook bij Jules van kot van den molenhoek, het is geheel zijn vader. Hij is toch zeer verhouderd..  De complimenten van Capon, ook van Silver van den ast van Becelaere en die ne Goemaere dat dan geschreven had op den brief en nu nog van een ander van Veurne die naamt Prosper Vandewoude”.


vrijdag 1 juli 2016

Aangekomen in Honfleur 1 juli 1917



Op een klein kaartje, waarschijnlijk de flap van een of ander doos schreef hij in potlood:
“Hofleur 2 juli 1917  
" Lieve zuster,. Wij zijn hier toergerkomen en ik haast mij om een woord te schrijven en mijn adres te laten weten Doet de complimenten aan allen, ook aan Capon. Aanvaard de beste groeten van uwen broeder. Achille Vandamme, C J n°2/5 compagnie- Honfleur.”


Op 6 juli schrijft hij: 
“ Beminde zuster, ik neem het potlood in mijn hand om u eenige reken te schrijven en de staat mijner gezondheid kenbaar te maken en verhoop van u hetzelfde. Alix, ik vind den tijd lang om nieuws te krijgen. Gij moet algelijk mijn eersten brief ontvangfen hebben. 
Ik moet ook zeggen dart we ons witte brood eerst gegeten hebben. Gij moogt gerust geloven de die die hier zijn zonder  geld zijn niet gelukkig. Wij moeten vele marsen doen. Wij hebben al onze kleederen en wapens en morgen moeten wij om 9 uren een bad pakken in de zee. Wij moeten smorgens op om 5 uren en ‘savonds om 9 uren…Om 6 smorgens hebben we onze kaffie, smiddags eenweing aardappelen met een weinig vleesch en savonds een weinig ris. Alix, ik moet u nog zeggen dat ik gisteren Valeer Smyter gezien heb en hij heeft mij gezeid dat Marsel getrouwd was. Nu in afwachting van een klein antwoord aanvaard dse beste groeten vanuwen toegenegen Broeder Achille.”