vrijdag 11 november 2016

WAPENSTILSTAND...

EERSTE BRIEF  UIT GENT. “ DAT IS WAT WILT , BELGIE IS LIBER.”
11 november Wapenstilstand.
Van 2 november tot 4 december zijn er geen brieven bewaard. Wij weten dus niet hoe hij de wapen- stilstand heeft ervaren. Wel schrijft hij niet meer  van aan het front maar van uit Gent. De post is ook onregelmatig geweest of zijn zij brieven bij verhuis achterwege gebleven. Hij schrijft:


GENT  4/12/18    " ... het was 14 dagen dat wij geen brieven gehad hebben en wij moesten niet schrijven, de brieven vertrokken niet en zoo wat avans van te schrijven als alle brieven blijven hangen.  Vraagt of ik al het geld ontvangen heb. Het is al 14 dagen. Ik heb het u pertank geschreven. Nu alice, wij vertrekken bij eenige dagen naar duitschland. Dat zal iets zijn als wij daar zullen toekomen maar ik geloof niet dat den oorlog gedaan is want er zit noch iets onder dat ze niet kenbaar maken. Nu dat is wat dat wilt, belgie is liber.”

BLIJ WEERZIEN VAN ZIJN ZUS MARTHA

BLIJ WEERZIEN...
"  Front 2/11/18  “ Ik kom u het goede nieuws vertellen. Ik heb Martha gaan bezoeken  en goed gevonden.   Ik ben eerst naar nonkel Emile geweest en van daar  heb ik naar nonkel August geweest  die ook in Lauwe woont seder een jaar en dan heb Slinna met een van  nonkel Emiels achter Martha geweest. Het was bijna donker als zij vertrokken zijn en ze zijn 's anderen daags smorgens met Marha afgekomen. Toen ik oorde dat ze inkwamen voelde ik bijna geen grond meer. Ge kunt peinzen meer dan 4 jaar elkander niet meer gezien hebben en ik herkende bijna haar niet meer. Zij is zoo verandert en vervet. Zij is wel versnelt en des avond hebben wij goed gelachen, ik en Jul van nonkel August hebben geheel den avond gezongen dat dunderde. Gij had daar ook moeten  zijn om zoo schoone te lachen, martha zei het ook. Ik heb daar 2 dagen geweest en het heeft mij niet verveelt. Gij mag het geloven ik had gisteren avond als ik thuis kwam niet veel tijd meer om te schrijven.                                                                                                                       Ik heb geschreven naar huis en het portret van Martha en van nonkel August naar huis gezonden. Gij zal het meschien ook al gezien hebben. ik heb ook het portret van nonkel Emiels ge vraagt of en zij hebben  het niet willen geven. Gij mag geloven dat zij niet schoon gedaan hebben met nonkel August en met Martha binst den oorlog. Ik was daar ook niet wel k' was veel beter bij nonkel August.   
Nu ik en Martha hebben ons te gare doen trekken in Lauwe en als  ze gedaan zijn zal ik dan een opzenden. Nu alice, gij mag geloven dat Martha en al, dat ze veel afgezien hebben 4 jasr lang bij de duitsch. Het was toch zoo content van mij te zien, dat arme schaap. Maar ik was ook content .                             

 Nu als de conge zullen open gaan zal ik u schrijven achter geld want ik zal komen met Martha en zij hebt geen belgsch noch fransch geld, t'is al duitsch en om haren trein te betalen zal ze moeten fransch geld hebben en ik zal Martha alleszins mede hebben als ik kom. Martha hebt ook ne brief geschreven. Ik heb hem in onze boite gestoken omdat gij hem sebit zouw hebben.” "