zaterdag 23 december 2023

NIEUWJAARWENSEN AAN HET FRONT

"Den schoonen dag zal zeker ook wel komen" 

 Op kerstdag 1917 schreef soldaat Achiel Vandamme van uit het opleidingskamp in Honfleur naar zijn zus:

 “Beminde zuster, ik kom u een zalige hoogdag wensen. Het is wel een weinig laat maar ik lig drie dagen in bed met een zeere keel en kurs gelijk een paard. Vandaag is het gebeterd en daarom zend ik u een klaart. Alice als ge wilt een nieuwjaar zenden, dan nu want ik moet den 31e vertrekken. Het is naar het front met 15 man maar wij weten niet waar. Wenscht een hoogdag aan geheel de familie van uw toegenegen broeder Achiel.”

 Drie dagen later schrijft hij:

 “ Ik kom u een gelukkig en zalig nieuwjaar wenschen. De goede gezondheid binst geheel het jaar ’18 en ook de vrede. Want het duurt nu al lang genoeg deezen oorlog. Maar als wij gelijk zullen mogen hebben den Duitsch een weinig te doen springen met onze kleine canonsches dan zal het wel gaan. Maar wij zullen misschien ook moeten springen voor hunder. Maar nu tot daar wij strijden voor God, voor u en voor het vaderland. Wij moeten strijden tot der dood.” Een jaar later op 24 dec. 1918 van uit Gent schreef hij weer zijn nieuwjaarsbrief . "Ik kom u een goed en gelukkig nieuwjaar te wenschen, wel te hopen dat wij in het jaar 1919 allen bij elkaar zullen zijn. Het is nu algelijk een verandering bij vorig jaar. Nu is Martha ( zijn zus) thuis gekomen.( Zijn zus was op de vlucht drie jaar vermist en het spoor kwijt.) En we moeten niet meer vechten, men mag nu gerust gaan slapen. Vroeger moest men altijd aan iemand denken. Den schoonen dag zal zeker ook wel komen in het jaar 1919 dat ik zal mogen van den troep afgaan. Wat eenen schoonen dag zal dat zijn voor ons allen als wij wederom mogen te zamen een nieuw leven beoefenen. Nu Alice, we gaan allicht nieuwjaar hebben. Weet gij nog als ik in maarte in congé was dat ik u zij dat den oorlog ging gedaan zijn van de jare. Zie wel dat waar is wat ik u zei. Ik zal zeker wel een schoon nieuwjaar hebben van u. Daar den oorlog gedaan is en Martha gevonden is. Dat is wel een schoon Nieuwjaar weerd niet waar maar ik zal een schoon verwachten ook.” 

 Tragisch, zes weken later overleed hij in het militair hospitaal van Antwerpen aan de Spaanse griep opgedaan aan het front. 

maandag 30 januari 2023

Op het front in Calais en St.Quentin

 Op 3 januari schrijft Achiel Vandamme van uit Calais

" Wij zijn hier wel beter dan in Honfleur. Wij moeten bijna niets doen. Het is jammer dt wij hier niet mogen blijven want ik zouw willen teeken voor de leste van den oorlog hier te blijven. Nu, wij vertrekken maandag toekomende naar Eure wij verwachten (?) wederom. van het frond.

's Anderen daags schrijft hij: 

" Wij zijn hier beter dan in Honfleur. men moet hier bijna niet doen maar wij zijn min of meer in het gevaar want de duitsche durven hier nog komen bommen smijten met hunne vliegmaschinnen.                                                   

 Ik ben nu bij de piotten niet meer. Ik ben nu bij de mortiers. dat zijn kleine canonnen die in de tranchee staan en ik moet maandag weg naar Eure om de kanonnen te leeren.                                                                                                Hert is beter of de piotten want men moet geen zak en geen geweer dragen. Mijn adres: C.J.A.T. arme Belge Calais

Van uit St Quentin  schrijft hij op 12 jan.

"Ik heb goed uwen brief ontvangen waar ik de goede gezondheid van allen vind. Het is beter dan ik. Ik lig hier in bed en kan bijna niet roeren van het zeer aan mijn voeten. Ze zijn verroeren en ik kan niet gaan. Zij moeten hier mij dragen. Zeg niet dat het maar redelijk is.

Alix wij moeten nog ne keer weg maar ik weet niet wanneer. Het kan nog 14 dagen duren en nu zal het naar het frond zijn.  Gij vraagt ook bij welk volk ik ben. Men noemt dat volk mortier de tranchée. Wij zullen gekleed zijn lijk het paardevolk maar wij moeten zelf onze canonnen trekken met 6 man aan een. Maar wij zullen waarschijnlijk te zomer bij de grote cannons gestoken zijn."

16 jan 1918

"Ik ben nog  altijd in bed met mijne vervroren voeten dat en betert niet en ik kan in het hospitaal niet gaan want er is geen plaats.

18 januari :

"Wij vertrekken Donderdag toekomende naar het frond ofwel Zaterdag maar ik geloof  well van zaterdag. Als ge nog iets wilt opzenden. gij het nog juist tijd. Als wij op het frond zullen zijn zal het geen zo wel meer gaan. Ik zal trachten in een hospitaal te gaan met mijne vervroren voeten. Hier ze kijken daar niet achter maar ik zal wel trachten mijne karot te trekken."

22 januari St. Quentin

" Ik heb gisteren niet kunnen schrijven daar ik van wacht was. Ik heb vandaag een brief had van Cerille Capon. Ik ga in dezelfde devisie van Capon. Ik heb het gevraagt en ik mag gaan nu het is in de derde ddivisie en de die die moeten maar dinsdag weg, zo vandaag en acht dagen.                                                             Mijne voeten zijn gebeter en ik ben blijde dat ik moet mede naar het frond want ik zal daar trachten in het hospitaal te gaan.

Op 26/1/18 schrijft hij: 
"   Wij vertrekken dinsdag maar , ik en een van mijne maten moeten naar Calais. Wij zijn maar met twee mannen voor de 3e divisie en de 3e divisie ligt in repot in Calais. " 

 op 29/1/18    
 ".....Wij zijn gereed om te vertrekken het is nu 11uren en wij vertrekken om 1 uren zoo gij weet dat het niet lang meer zal duren.".
Calais 30/1/18  
“ ….Ik ben van den morgen om 6 uren in Calais toegekomen en  ik schrijf u seffens om  mijn nieuw adres te laten weten .                                      
Voor den eersten dag dat ik hier ben , ze hebben mij nog al doen verschieten de duitsche vliegers. Zij hebben maar 20 bomben gesmeten en al  digt tegen ons , maar zij hebben er niet in gelukt want er waren geen doode nog gekwetste.”
Mijn adres Achille Vandamme -   D.128.3 batterie  MVD Armée Belge:
‘s Anderen daags schrijft hij
 «  Alix, als gij schrijft gij mag op het adres niet zetten Calais. Gij moet het juist schrijven gelijk ik. Niet min of meer want het mag niet geweten zijn waar wij liggen. Ik mag zelf op den brief niet zetten Calais. Ik zouw moeten zetten frond want dat is nu het frond voor mij meer of dat wij in repot liggen. Capoen is ook in repot maar ik weet niet waar hij is. Ik weet dat hij niet ver van hier is.”
Calais 2/2/18  
  "  Ik weet niet of gij geschreven hebt  maar ik ben al 5 dagen zonder nieuws van u. Dat gaat niet wel als men geen nieuws hebt van de famille. Ik heb wel brieven ontvangen seder ik hier  ben maar nog geen van u, denk wel van er morgen te hebben. 
Nu Alice ik geloof dat er nieuwe orders ingekomen zijn dat wij moeten den 5 den  naar de tranchee. Dat maakt niet, gij moet het adres niet zenden. Dat is het adres van het frond. Alice gij moet mij alle dage schrijven ik zal ook alle dage schrijven als ik kan."
Frond 12.2.1918
Ik ben hier gister avond toegekomen op het frond en ik was er maar een ure en Capon kwam me bezoeken. Hij is hier maar een alf ure van mij. Hij was zoo content van mij te zien. Wij zullen t' avond te gaar zijn. Maar ik weet nog niet juist als ik t'avond zal kunnen uitgaan want ik zal meschien naar de tranchee moeten gaan.
 Frond 26.2.
" Ik kan niet veel schrijven want ze bombarderen hier wreed.
s'Anderen daags schrijft hij: "Ik ben in den tranchee om te werken en dat is nog iets te zeggen, ge mag het geloven.
Frond 26/2/18    
" ik kan niet veel schrijven want ze bombarderen hier vreed. Vele complimenten van Capon en van Jules  Dewulf. Ik heb er geweest maar ik kan u niet meer schrijven. Tot morgen.”
Frond 9.3.1918 
 " Mijn twee beste cameraden zijn weg naar het hospitaal van de gaase die zeer slecht is "

0p 18 maart schrijft hij van op het front dat hij den 23e in congé naar zijn zus in Vertheuil komt.

" Ik kom zaterdag toekomende, zoo den 23e in congé. Ik zal zondagavond of maandagmorgen toekomen in Vertheuil. We gaan van deze keer mekaar zien, ik en Capon. Gij moet maar zondagavond naar den trein komen, denk wel dat ik daar zal zijn.

Frond 7.4.1918
Alix, wij moeten naar de tranchee gaan om pansifen ( ?) te maken gelijk ik pijsde en dat ik u gezegd heb. Het is niet goed maar toch er is niets aan te doen. Het gaat slecht zulle bij ons 't is iets gescheten gij mag het geloven. Nu den oorlog is aan het eindigen. ls hij gedaan is zal het beter zijn

Frons 11.4.1918
I9k heb goed uwen brief ontvangen van den 6e waarover gij zegt da    t gij trieste zijt dat ik weder binnen ben. Gij moet daarop niet denken. Het is oorlog en  peis daarop al niet.                                                                                                          
Ge zegt ook dat gij niet gerust zijt maar we zullen zeker niet allen dood zijn maar nu daarvan zijn we niet zeker.                                                                                         Er is maar een meester en dat is God en wij moeten zijn wil volgen  en hopen op hem.


vrijdag 27 januari 2023

DE WINTER 1917 IN HONFLEUR

ONWEER OP ZEE EN GEEN BROOD.
Honfleur 11/10/17   
 "Ik laat u weten dat ik nog niet gezond ben. Het is al den 4den dag. Ik geloof dat het van flauwte is want wij hebben geen brood meer gehad sedert1 3 dagen door het geweldig onweer op zee want de scheep aan haven kan niet toekomen en alzoo hebben we geen brood  nog vleesch. En om altijd te kopen het kan ook niet gaan want het geld is al licht genoeg uit. Ik heb liever een weinig honger te lijden of zonder geld in mijn zakken. Ik geloof dat het belsch leger zal uitsterven."


Honfleur   10/12/17  
" Het is hier vreselijk kouwt , het vriest dat krakt en op de boord van de zee gij mag geloven dat het hier niet warm is. Gij zauw moeten de goedheid hebben  van mij een paar handschoen te zenden want ik heb dat vergeten mede te brengen, al eer al liever want ik heb van den morgen bijna slecht  gevallen van de kauwde aan mijn handen."

donderdag 26 januari 2023

Als vluchteling en Bakkersgast in Bordeaux


Voor dat Achiel op 1 juli 1917 opgeroepen werd in het leger was hij voordien met zijn ouders en gezin gevlucht nabij Bordeaux en te werk gesteld als bakkersgast.

Op 17 oktober 1916 laat hij weten dat hij aangekomen is in de bakkerij bij                                        Madame Séagieu, Rue Achard 207 Bordeaux.

Den 22 décember 1916 schrijft hij aan zijn ouders dat hij veranderd is van slaapplaats om nader bijzijn werk te zijn bij Madame Chabry 43 Rue Lafautrie .         Hij sluit zijn brief:                                                                                                                   " Lieve ouders, geef mij uw zegen van ver, uw toegenegen zoon."

Den 12 januari 1917 stuurt hij deze prentkaaart. met de melding dat hij lang gewacht heeft van antwoorden omdat hij meer en meer werk heeft en dat hij op het einde van de maand niet meer zal rondkomen met zijn 100fr.    


woensdag 25 januari 2023

Prentkaarten uit Honfleur


Op 1 juli 1917 is Achille ingetreden in het leger 

Hij verblijft in het opleidingskamp te Honfleur. Op postkaarten schrijft hij.


1.Ander nieuws weet ik nog niet. Ik vind de tijd zonder nieuws lang.

2.Doet de complimenten aan geheel de familie en in het Hospitaal aan de zusters en andere vrienden en kennissen.

3.Ik heb mij gisteren doen trekken voor 6 fr. en heb 5f>. gevraagd aan een maat . Als ge mij nog een weinig geld zou opzenden dat zou mij wel plijzieren.









   

        






 
Ge ziet de kerke waar wij naar de misse gaan.
Wij zijn allen de pokken gezet en liggen bijna
 allen in bedde.

Kerstkaart 1917 uit Honfleur
Beminde zuster,                                                                                                         ik kom u een zalig hoogdag wenschen.    Het is een weinig laat maar ik lig 3dagen met de zeere keel en in het hoofd en de kurs gelijk een paard.                                   Vandaag is het gebeter en daarom zend ik u een kaart                                       Wenscht een hoogdag aan gheel de familie. Van u toegengen broeder Achiel


zondag 29 augustus 2021

Brief uit Honfleur 31 augustus 1917

 

 Achiel verblijft al twee maanden in het opleidingskamp van Honfleur en schrijft naar  zijn zus.

Omdat zijn thuis nog geen oorlogsvergoeding ontvangen maant hij  hen aan om de heren van het kasteel van Vertheuil waar zij verblijven te doen  schrijven naar het Ministerie van oorlog. Zij zijn  daar meer geleerd, schrijft hij.

Ook laat hij weten dat hij binnen kort in congé kan komen maar de reis zelf moet betalen, nl. 15 fr.  Dat is het bedrag van 7 weken sparen  daar hij 2fr. per week  soldij trekt. Enkel de frontsoldaten kunnen gratis reizen.

Zie de brief.

 

Honfleur le 31 Aout 1917

Beminde zuster,

Ik haast mij om u te antwoorden op den brief die ik vandaag ontvangen heb waarin ik zie dat het pakje weg is.

Gij zegt mij ook dat gijder niet meer en trekt . Voor mij is het al lang dat ik u gezegt heb dat gij moeste schrijven naar den minister van oorlog om te trekken. Gij moet maar doen schrijven in het kasteel. Zij zijn daar goed geleerd. Want hier de soldaten trekken allen in haar huis 1,25 fr. daags. Wijder trekken hier 2 fr. te weeke in de kaseerne.

Alix, gij antwoord wel niet op den brief die ik geschreven heb waar ik van congé gesproken heb.

Wij gaan beginnen congé te hebben , alles op zijnen tijd, van het begin van den 15e elk tien dagen thuis blijven. Maar wij moeten kunnen den trein betalen, zo niet kunnen  wij niet weg . Het is maar aan het front dat wij kunnen komen voor nieten. Ik weet niet wat dat zal kosten. Het zal zeker  rond de 15fr.zijn.

 Nu, ander nieuws weet ik niet te vertellen. Ik heb een brief gehad van Valere Dewulf. Zij doen de complimenten. Zij konden bijna niet gelooven dat ik nu soldaat ben.

Aanveerd mijne beste groeten.

 Uwen broeder Achille Vandamme

maandag 8 februari 2021

Achille zoekt een lief

 

Honfleur 13.12.1917

Ik zie hier den brief van Alida.                                                                                                Zij vraagt om het adres te hebben van Capon. Ik zal er niet van begaren. Gij moet maar doen wat gij wilt maar ik zal het niet opzetten. Ik zal haar eenige rare dingen schrijven en zeggen dat uw broeder nog geen lief hebt  en dat altijd achter zoekt. Wat dat gij ,daarvan zal zeggen. Het is een snel meisje ge het niet vergeten. Ik zal het adres van Demyttenaere niet geven. Als gij het wilt geven moet gij maar insteken.


Wellicht is dat het antwoord  van zijn zus Alix.                                                      In een kladbrief  in gebrekkig frans  naar een zekere Alida lezen wij

Vertheuil 17/12/1917

Cher Alida,

Je fait reponse a votre lettre qui me fait bien plaisir et j'ai vu que vous ete toujour a bonne sante et de nous tous il et de meme.J'ai vu que votre pere est toujour a bonne sante vous le ferai bbien le bonjour de nous tous.Vous dit que lui tarde bien de retourner a Belgique  mes je croi qui et pas seul. Il nous tarde bien aussi pour revenir en Belgique.

Mon frére il lui tarde bien que la guerre finise pour se marier mes puisque a maintenant il a trouve personne. Si vous lui trouvai quelquez chose, sa lui fairai bien plaisir.                                                                                                                 Le bonjour de nous tous et surtout de mon frère.Faite bien le bonjour a votre pere.

Reserve un bonne poigné de main de votre ami                  Alice 


Op 16 januari schrijft Achille van uit St. Quentin

Alice, Gij hebt over twee dagen een brief gezonden van Alida Gesquiere. Is dat om te antwoorden laat het mij weten.

Op 19 januari schrijft hij 

" Alix, ik heb eene schoone postkaarte  gehad van Alida Ghesquire. Ik geloof dat zij het zal meenen.. Ik zal haar een schoon briefke maken."

Op 9/7/1917 schrijft hij:  
 " doe de complimenten aan heel de famille aan de zuster van het hospital ook aan dikke Jeanne en als gij Zitha Marcou ziet doet ne keer de complimenten en vraag ne keer haar adres”.

Gent den 1december 1918       ” k heb vandaag 2 brieven ontvangen waarop gij mij laat weten dat mijn oud lief van St.Estephe met een amerikaan vrijt. Ja, zij moet haar plan trekken. Ik vaag er mijn klooten aan. 'K heb hier al lang een in Gent. Van den eersten dag dat wij hier waren had ik al een lief. Nu alice ik heb mij ne keer laten trekken in gent in grand tenu en ik vind dat ik schoone getrokken ben . ' k zal er een insteken.”
Frond 9.4.1918
" Ik heb gezien op uwen brief dat er 26 jonge dochters toegekomen zijn van Paris en dat er snelle bij zijn. Wilt gij iets doen voor mij gij zouw moeten vragen als er geen zijn die zouw willen in correspondence geraken met Belgische soldaten voor mij en mijne cameraden maar eerst voor mij. het zouw mij veel plysier doen en ik moet de die van St.Estephe niet meer hebben. Zij heb schoone brieven geschreven maar ik heb ze afgeschreven. dat ze mijn klooten kust.
Op 23 mei doet hij weer de groeten aan de kennissen "zonder Zitha te vergeten en de schoone meisjes van Paris;"
16.5.1918
" Ik heb goed uwen brief ontvangen waarin gij zegt dat de de meisjes van Paris niet mogen schrijven omdat zij bij de nonnen zijn ook zegt gij dat ik nog te jong ben om naar vrouwvolk te schrijven. Als men niet mag schrijven aan 20 jaar men zal niet mogen schrijven aan 50 jaar ook niet. Nu ik zal wel eene vinden als ik in congé kom. Ik ben er zeker van. ja zij weten wel wat zeggen, 

13.07.1918
Ik heb gezien in uwen brief dat er Amerikaanse troepen in Vertheuil gaan komen om een vliegplein te maken. Ja dat zal ook verslechten voor mij. Die Amerikaanse zullen zeker al weg loopen met dat vrouwvolk. Maar gij gaat Zitha niet laten pakken zulle. Gij moet het haar ne keer zeggen al lachen al zoo. Wat zal ze zeggen. Ge doet mijne complimenten .