Zijn
verblijf in het opleidingskamp in Honfleur
Op 1 juli
1917 werd hij opgeroepen in het leger. Op 2 juli schrijft hij dat hij in
Honfleur toegekomen is en geeft zijn adres op: Achille Vandamme CJ no 2/5
Compagnie – Honfleur
Op 6 juli
schrijft hij :
“Ik moet u ook zeggen dat wij ons witte brood
eerst gegeten hebben. Die hier zijn zonder geld, zijn niet gelukkig. Wij moeten vele marschen
doen. Wij hebben al onze kleren en onze wapens en morgen moeten wij om 9 uur
een bad nemen in de zee. Wij moeten ’s morgens om 5 uur op en om 6 uur hebben
wij onze koffie en ’s middag een weinig aardappelen en een weinig vlees en ’s
avonds een weinig rijst.”
" Het eten is wel goed is voor de
zwijns, geen boter op het brood en wijn van de pompe, er is maar één ding dat
goed is en dat is het brood, alle dagen vers.”
Over de discipline
schrijft hij:
schrijft hij:
“ Er zijn dagen dat ik niet kan schrijven omdat ik
gestraft ben, maar het gebeurt niet dikwijls. Het gebeurt dikwijls dat men hier
gestraft is om te spreken in de rang of achterom te zien."
Een andere keer: “
" Er zijn er hier die
Cachot gedaan hebben en die niet mogen in congé gaan. Ik heb nooit Cachot
moeten doen en heb maar twee dagen moeten thuis blijven. Ik heb die dagen geen
geld verdaan.”
In september zou hij tabak bezorgen voor zijn vader daar deze ginder veel goedkoper is maar hij liet weten dat hij de tabak niet durft opzenden. " Er is er een gestraft met 30 dagen cachot om tabak op te zenden."
Ook wie te laat binnen is na zijn verlof krijgt cachot
Honfleur 11/10/17 "Ik laat u weten dat ik nog niet gezond ben. Het is al den 4den dag. Ik geloof dat het van flauwte is want wij hebben geen brood meer gehad sedert 13 dagen door het geweldig onweer op zee want de scheep aan haven kan niet toekomen en alzoo hebben we geen brood nog vleesch. En om altijd te kopen het kan ook niet gaan want het geld is al licht genoeg uit. Ik heb liever een weinig honger te lijden of zonder geld in mijn zakken. Ik geloof dat het belsch leger zal uitsterven."
Honfleur 10/12/17 " Het is hier vreselijk koud, het vriest dat krakt en op de boord van de zee . Gij mag geloven dat het hier niet warm is. Gij zou moeten de goedheid hebben van mij een paar handschoen te zenden want ik heb dat vergeten mede te brengen, al eer al liever want ik heb van den morgen bijna slecht gevallen van de kouwde aan mijn handen."
Een week later:" wij hebben vandaag niet moeten uitgaan want de sneeuw lag een voet dikke en gij mag geloven dat hier koud is. Ik verlang achter die handschoenen die ik u gevraagd heb want ik zit hier te yveren van de koude "