Onze dappere piotten zij al over Roeselare
Uit de meer dan 150 frontbrieven schreef mijn oom, Soldaat
Achiel Vandamme op 29 sept.1918 naar
zijn oudste zus.
“ Beminde zuster, Op
het Duits papier kom ik u enige regels te schrijven en de staat van mijn gezondheid
kenbaar te maken. Ik ben 8 dagen redelijk in het gevaar geweest maar nu is het
beter daar onze dappere piotten al over Roeselare zitten en de Engelsen in
Menen en ze gaan nog altijd vooruit . Wij hebben ook al boven de 2000 gevangen
genomen. Het bis papier van de Duitsch waarop ik schrijf. Ik hen al veel
nieuws. Nu Courage, tot later,
uw broeder Achille.”
Op 12 oktober schrijft hij
“ Wij hebben altijd veel werk met den offensief. We zijn
afgelost geweest en wij moeten weer beginnen. ’t Is toch wel wreed, den oorlog
is bijna gedaan en de Belgen mogen geen repos meer hebben. ‘tIs wreed hoeveel Belgen er nu op het slachtveld liggen.
Nu gij vraagt hoe het gesteld is waar <wij vooruit gegaan zijn. Ik ben tot
tegen Moorslede geweest met iemand van daar en we wisten niet meer waar we
waren. Er stond niets meer recht, zelfs geen “brieke” meer. En verder zagen we Dadizele die nog niet veel geschonden is maar
ze schieten er hele dagen op en ’t is ook al geheel plat. Ik zie als den oorlog
gedaan is dat er geen huis van heel Belgie nog geheel is.”