dinsdag 25 september 2018

Zou graag een konijn fretten


Op speciaal briefpapier met pentekening van A Bastien schrijft hij:
" Alix, ik verlang zo om in congé te mogen komen om een konijn te fretten en het duurt nog zo lang.
Als er een vet is, slaat hem maar de kop af en zend hem maar op. Ik zal hem hier fretten. Nu, in afwachting aanvaard mijn beste groeten van uw toegenegen broeder.

's Anderen daags schrijft hij " Alix, ik heb gisteren gevraagt om een konijn te hebben als ge wilt steek er twee vleschen win in."

Onze dappere piotten zijn al over Roeselare


Onze dappere piotten zij al over Roeselare
Uit de meer dan 150 frontbrieven schreef mijn oom, Soldaat Achiel Vandamme  op 29 sept.1918 naar zijn oudste zus.
 “ Beminde zuster,                                                                                                                                                       Op het Duits papier kom ik u enige regels te schrijven en de staat van mijn gezondheid kenbaar te maken. Ik ben 8 dagen redelijk in het gevaar geweest maar nu is het beter daar onze dappere piotten al over Roeselare zitten en de Engelsen in Menen en ze gaan nog altijd vooruit . Wij hebben ook al boven de 2000 gevangen genomen. Het bis papier van de Duitsch waarop ik schrijf. Ik hen al veel nieuws. Nu Courage, tot later,                                                                                                                                                uw broeder Achille.”
Op 12 oktober schrijft hij
“ Wij hebben altijd veel werk met den offensief. We zijn afgelost geweest en wij moeten weer beginnen. ’t Is toch wel wreed, den oorlog is bijna gedaan en de Belgen mogen geen repos meer hebben. ‘tIs wreed  hoeveel Belgen er nu op het slachtveld liggen. Nu gij vraagt hoe het gesteld is waar <wij vooruit gegaan zijn. Ik ben tot tegen Moorslede geweest met iemand van daar en we wisten niet meer waar we waren. Er stond niets meer recht, zelfs geen “brieke” meer. En verder zagen we  Dadizele die nog niet veel geschonden is maar ze schieten er hele dagen op en ’t is ook al geheel plat. Ik zie als den oorlog gedaan is dat er geen huis van heel Belgie nog geheel is.”